Skip to main content

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat varkens voerbakken waar drinken en eten duidelijk gescheiden zijn, in plaats van bij een zogenaamde brijbak, een duidelijk gunstigere voerconversie geven. Daarnaast zijn een goede en nauwkeurige afstelling maar ook aanwezige anti-morsranden in de voerbak voor varkens van groot belang. Vrijwel al onze varkens voederbakken voor biggen en vleesvarkens hebben anti-morsranden. Helaas zien wij in de praktijk nog veel voederbakken voor varkens staan die geen enkele anti-morsrand hebben terwijl dit zeer voornaam is. Let u hier alstublieft goed op bij aanschaf van een varkensvoerbak of die voederbak überhaupt wel een morsrand heeft en hoe die anti-morsrand is geconstrueerd.

Uitstekend artikel in vakblad varkens over belang voerbakken

In november 2023 heeft John Lamers van vakblad Varkens een uitstekend artikel geschreven naar aanleiding van een trefdag bij de VarkensAcademie waar onderzoeker Sander Palmans van het Belgische Proef- en vormingscentrum voor de Landbouw zijn verhaal deed. U kunt dit artikel hier lezen, wij raden u aan om dit artikel over varkensvoer eens goed door te nemen. Het onderzoek toont aan dat het investeren in een nieuwe maar zeker ook goede varkens voerbak enorm veel geld kan besparen en dat u binnen 1 jaar een goede varkens voederbak met gemak terugverdient.

Klein beetje voerverlies per dag kost varkenshouder al snel heel veel geld

Bron: John Lamers Vakblad Varkens

50 gram voervermorsing per varken per dag komt geregeld voor op varkensbedrijven. En het kan zeker nog meer zijn, weet onderzoeker Sander Palmans uit metingen. Het lijkt niet veel, maar het betekent zomaar jaarlijks een bulkwagen vol voer in de put.

Onderzoeker Palmans van het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw gaf tijdens de trefdag VarkensAcademie in het Belgische Rumbeke op 24 november tips om voer- en watervermorsing te beperken.

Nog even terug naar de 50 gram voervermorsing per dag. Dat is per vleesvarken per jaar 17 kilo bij 340 dagen bezetting. Bij tweeduizend plaatsen is dat 34.000 kilo voer in de put. Palmans: ‘Dat kost je dan twee keer geld: voor de aanschaf van het voer en voor de extra mestafvoer.’

Voervermorsing aanpakken is in de ogen van Palmans niet zo moeilijk, door bij de dagelijkse ronde door de stal goed te kijken. ‘In een voerbak mag gerust een beetje voer staan, maar dan ook niet meer dan dat. Ligt er een laag voer onderin de bak, dan is zeker dat er sprake zal zijn van flinke vermorsing.’

Liever vers voer

Een dichte plaat rondom de voerbak heeft voor wat betreft voervermorsing geen zin. ‘Varkenshouders gaan er vaak van uit dat het voer dat hier op valt nog wel wordt opgegeten’, zegt Palmans. ‘Dat klopt niet. Er komt altijd wel wat mest of urine bij dit voer en dan laten de varkens het liggen. Ze kunnen namelijk ook kiezen voor het verse voer in de voerbak. Wat zou u zelf doen?’

Om vermorsing te voorkomen is een goede afstelling van de bak van belang. In een onderzoek zijn hiertoe spleetbreedtes onderin de voerbak van 9, 14 en 24 millimeter met elkaar vergeleken. Met pelletvoer van 3 millimeter in de bak.

De spleet van 9 millimeter lijkt te klein. De varkens moeten dan te veel moeite doen om bij het voer te komen. ‘Ze voldoen dan niet meer aan het laatste beetje van hun behoefte en gaan zichzelf remmen’, legt Palmans uit. ‘In de proef daalde hierdoor de groei van 852 naar 807 gram per dag. De voerconversie verbeterde wel van 2,38 naar 2,44, maar dat is niet significant.’

Hogere voerconversie

Bij de grote spleet was de groei iets lager, met 839 gram tegen 852 gram, terwijl de varkens wel over de hele periode 30 gram meer voer verbruikten. De voerconversie was hierdoor 2,46 bij de brede spleet onderin de voerbak, tegen 2,38 bij de normale spleetbreedte. Bij 250 euro per ton voer kost dit de varkenshouder 1,80 euro per afgeleverd varken.

Bij gespeende biggen is eenzelfde onderzoek uitgevoerd met spleetbreedtes van 14, 19 en 33 millimeter. Tussen de 14 en 19 millimeter spleetbreedte was er geen verschil in groei en voerconversie. Bij de brede spleet was dit wel het geval. De voerconversie steeg hierbij van 1,46 naar 1,55. Dit verschil van 9 punten kost bij 350 euro per ton voer 49 eurocent per big.

Voerbak goed afstellen

Voervermorsing is dus zeker te beperken door een goed afgestelde voerbak. De voerbak bij biggen de eerste dagen ruim afstellen om ze te ‘leren eten’ raadt Palmans af. ‘De biggen hebben tijd genoeg om te eten en veel voer in de bak leidt alleen maar tot meer vermorsing en een slechtere voerconversie.’

Extra voer of voer met water geven aan de pas opgelegde biggen had verrassenderwijs geen positief effect op de groei en voerconversie. ‘Voor het gevoel doen we dat en misschien is het ook goed, alleen in het onderzoek kunnen we het voordeel niet aantonen’, geeft de onderzoeker aan. ‘Wel moet je natuurlijk zorgen voor genoeg vreetplekken. In het onderzoek gebruikten we een combibak met drie vreetplekken voor 10 biggen.’

Te hoge waterafgifte

In brij- of combibakken hoort geen laagje water te staan. Dat zorgt niet alleen voor water- maar ook voor voervermorsing. Oorzaak van watervermorsing kan liggen aan een te hoog debiet van de nippel en een te hoge waterdruk. Praktijkonderzoek liet een waterafgifte van 0,4 tot 9 liter per minuut zien, waarbij er veel bedrijven waren met een afgifte van 3 tot 4 liter per minuut.

Een vleesvarken kan 1 tot 2 liter per minuut drinken, een big maar 250 milliliter. Een hogere waterafgifte van de nippel geeft risico op verspilling. Het proefbedrijf hanteert daarom een afgifte van tussen de 0,5 en 1 liter voor de vleesvarkens.

Ook kan er een te hoge druk op de leiding staan. Als het water hierdoor in de bek spuit, kan dit leiden tot verspilling of varkens die niet goed drinken.

Waterkwaliteit kan beter

Ander aandachtspunt bij het drinkwater is de waterkwaliteit. In een onderzoek vonden 24 van de 27 varkensbedrijven de waterkwaliteit goed. Er was maar bij 12 van die 27 bedrijven sprake van geen tot weinig neerslag in het water en aan het einde van de leiding was dit maar bij 5 van de 27 het geval.

Onderzoek naar de waterkwaliteit liet zien dat met name coliformen geregeld voorkomen. Bij de bron zaten 13 bedrijven boven de streefwaarde. Ook aan het einde van de leiding was dit het geval. Daarnaast waren er 5 bedrijven die te hoog zaten voor fecale E. Coli en 8 voor enterococcen.